donderdag 11 augustus 2011

Jonathan Safran Foer: Dieren Eten

Ik ben gestopt met het eten van vlees. Veel studenten waar ik mee optrek eten geen vlees en hun beweegredenen en argumenten hebben me aan het denken gezet en geïnspireerd. Ik las deze vakantie het boek ‘Dieren Eten’ van Jonathan Safran Foer, over de werkelijke prijs van onze vleesconsumptie: de prijs die betaald wordt door dieren, door het milieu, door de bevolking in de Derde Wereld en door onze gezondheid. Wie onbezorgd vlees wil blijven eten moet het boek vooral niet lezen. Wie het tot zijn plicht rekent om geïnformeerd te zijn moet dat wel doen. Net toen ik het boek uit had moest ik preken over de wonderbaarlijke spijziging. Ik vond dat ik er niet omheen kon om het te hebben over onze omgang met voedsel, over het eten van dieren en over de rol van het geloof in de reflectie daarop. Zoals altijd preekt dominee vooral tegen zichzelf (en in dit geval heb ik dus naar mezelf geluisterd). Hieronder een paar passages.

Hongersnood
Het Oude Testament staat vol verhalen en visioenen over God die de mensen te eten geeft. In de psalmen wordt gezongen over een gedekte tafel, een beker die overvloeit van wijn. Het verhaal over het brood uit de hemel wordt liefdevol doorverteld en het beloofde land is een plek waar ze melk en honing hebben. Die preoccupatie met voedsel komt ergens vandaan. De Oudtestamentische wereld is arm. De landbouw is nog weinig ontwikkeld en er zijn oorlogen en misoogsten. Hongersnoden zijn terugkerende perioden van ontbering en verschrikking. Zelfs als het goed gaat is het menu voor gewone mensen sober en eenzijdig. De zorg voor het dagelijks brood is een dagtaak. Het verschil met de Nieuwtestamentische tijd is groot. Wat je ook kan zeggen van de Pax Romana: in het jaar nul is er geen honger. Jezus en zijn mensen zijn niet rijk, maar er is wel te eten. Brood en vis vormen het normale menu. Op feestdagen wordt er wijn gedronken. Als vijfduizend mensen te eten krijgen – vrouwen en kinderen niet meegerekend – is dat niet de oplossing van een hongersnood. Het is geen noodhulp. De mensen hadden geld. Ze konden naar de dorpen om wat te kopen.

Overvloed
Wij leven niet in de Oud-testamentische tijd met zijn hongersnoden en niet in de Nieuw-testamentische met zijn karige eenvoud. Wij leven aan het begin van de 21e eeuw in een wereld van weelde en overvloed. Aan eten nooit meer gebrek, integendeel. Er is meer dan voldoende om willekeurig welke menigte te voorzien van brood, vis, vlees en groente van over de hele wereld. Alles is hier. Je kunt eten tot je er bij neervalt. Twaalf manden met resten vallen nog in het niet bij wat er hier over is. Eén derde van alle voedsel gaat onaangeraakt de vuilnisbak in. Nooit eerder in de geschiedenis en nergens anders ter wereld is er zoveel voedsel beschikbaar geweest als nu en hier voor ons. Ik moet voorzichtig zijn. Niet iedereen is rijk. Sommigen leven van een absoluut minimum of zelfs op straat. Sommigen zijn ziek en kunnen niet eten. Maar over het algemeen is er eten te over en dat is voor mij een reden om de bijbelse parabels en metaforen over voedsel anders te lezen.

Bio-industrie
De Joods-Amerikaanse schrijver Jonathan Safran Foer maakt zich druk om zijn gezondheid, om het broeikaseffect, om het welzijn van dieren en om honger in de wereld. Het zijn zo’n beetje de grote thema’s van onze tijd. Wie deelt de zorgen van Foer niet? Onze behoefte om dierlijke eiwitten te eten (vlees, vis, zuiven en eieren) speelt een negatieve rol in al die punten. Veel welvaartsziektes hebben te maken met wat we eten. We weten dat de ecologische druk die vleesconsumptie op de aarde legt gigantisch is. We weten dat een dierenleven in de bio-industrie een lijdensweg is (hoewel we ons alleen druk lijken te maken ritueel slachten en de laatste minuten van dat leven). En we weten dat hongersnood en instabiliteit in allerlei regio’s niet los staat van handelsbescherming, overbevissing en dumpen van overschotten. Ik zag een film over een gebied in Brazilië. Er wordt alleen maar soja verbouwd voor onze veeteelt. De lokale bevolking lijdt honger. Als de kinderen moeten gaan slapen zet een moeder een pan water met een paar stenen er in op het vuur. Ze probeert haar kinderen te kalmeren en in slaap te krijgen met het geluid van de borrelende stenen. “Hoor je dat? Er staat iets op het vuur. Er komt eten. Ga nu maar slapen.”
Foer schrijft zijn boek ‘Dieren Eten’ omdat hij op het punt staat vader te worden. Hij wil een besluit nemen over hoe hij zijn kind zal gaan opvoeden. En dus letterlijk: hoe hij hem zal gaan voeden. Hij vertelt hoe hij tot dan toe een beetje zwalkte. Dan weer at hij een tijdlang vegetarisch, dan liet hij het weer een tijdje versloffen, dan weer richtte hij zich op biologisch vlees – maar eigenlijk kwam er nooit een heldere lijn uit. Hij besluit op onderzoek uit te gaan en eens heel precies te bekijken hoe het er nou echt aan toegaat bij onze voedselproductie. Het boek is een inventarisatie van de manier waarop dieren voor consumptie geëxploiteerd worden en daar word je niet vrolijk van. Lees het vooral zelf, als je de moed hebt. Foer besluit dat hij niet meer mee wil werken aan de misstanden die hij heeft ontdekt. Hij wordt vegetariër.

Mag dat?
Wat te zeggen over de rol van het geloof in deze moderne vraag? Christelijk geloof gaat niet over wat mag en wat niet mag. Het christendom is een religie van grote vrijheid. Wij hebben geen spijswetten, geen geboden, geen regeltjes. Vroeger mocht je als protestant geen ijsjes kopen op zondag, maar dat is ook grotendeels verdwenen. Paulus zegt met zoveel woorden: of je nou vlees eet of geen vlees eet, of je nou wijn drinkt of geheelonthouder bent – beide is goed, als je het maar doet vanuit je geloof. Een ieder is in zijn eigen gemoed verzekerd, oftewel: je bent zelf verantwoordelijk voor hoe je je geloof verstaat en hoe je er naar handelt. Er is geen goed of fout. Er is wel de opdracht om gewetensvol te zijn en om na te denken (en de opdracht om de keuze van een ander te aanvaarden als even goed; concurrentie over wie het beste gelooft, of wie het het beste vormgeeft is uit den boze). Dat is een belangrijke kanttekening. Werkgerechtigheid, letterknechterij, een dode wet: daar kan het makkelijk op uitdraaien als je geloven met do’s en don’ts gaat verbinden. Jezus verkondigde dat ‘niet wat de mond ingaat (wat je eet), maar wat de mond uitkomt (wat je zegt), je kan verontreinigen.
Let wel: dat zei hij in een context waarin juist alle nadruk op de spijswetten lag. Ik kan me voorstellen dat hij vandaag iets heel anders zou beweren. Hoe het ook zij: vanuit het christelijk geloof klinkt niet zomaar een ‘dit mag’ of ‘dit mag niet’. Niemand zou daar overigens ook naar luisteren als ik zulke dingen vanaf de kansel zou roepen. Christelijk geloven gaat over vrijheid in verantwoordelijkheid; over de opdracht zelf na te denken en zelf te oordelen. De oproep denk zelf nog eens goed na over je eigen houding ten opzicht van vleesconsumtie, dat is wel mijn taak als predikant. Lees dat boek, weet wat er speelt – dat vraag ik wel van jou.

Ik heb er zelf ook opnieuw over nagedacht en ik heb besloten dat ik ophoud met vlees eten. Het woord ‘bevrijding’ was in dat beraad doorslaggevend. Het bericht dat ik bevrijd ben, niet meer gevangen, niet meer levend in slavernij, is voor mij de kern van de bijbelse verkondiging. En dat betekent dat ik geroepen ben om nergens meer aan verslaafd te zijn. Dus ook niet aan eetgewoontes en -patronen. Toen ik mijn vleesbehoefte leerde definiëren als een verslaving, was het besluit genomen.

Dieren Eten.
Auteur: Jonathan Safran Foer
Genre: Non-fictie - Literatuur & Poëzie
Uitgever: Ambo/Anthos Uitgevers
ISBN-nr: 9789026322730
Formaat:Gebonden
Verschenen november 2009
Prijs: € 24,95 (ook verkrijgbaar als Paperback)




En voor het tegenwicht en de nodige zelfspot dit filmpje:





1 opmerking:

peter zei

Beste Ranfar,

"toevallig" was ik in de Wester bij deze overdenking, en nadenker voor mijzelf. Hoewel ik er al langer mee bezig ben en me bijkans moet dwingen om af en toe nog wel vlees te kopen (geen kip meer overigens) en wel tot de conclusie ben gekomen dat minderen de 1e optie is.
Bovenal denk ik dat van overheidswege beslissingen genomen moeten worden, veel consumenten zal het worst zijn of (zoals ik in het verleden) nogal eens de goede bedoelingen vooraf zijn vergeten.

De manier echter waarop je dit alles wist te verpakken met een link naar de aloude bijbelse verhalen vond ik verfrissend, het zorgt voor een nieuwe benadering, nieuw jasje van oude stoffen.

De hele dienst en de manier van nadenken maakte (en maakt) me nog steeds nieuwsgierig naar hoe je in het leven staat, dus ik ben nog wel even bezig om dat "te pakken".

Het zorgt ervoor dat toen ik dacht het allemaal zelf al te weten (over mijn geloof en dergelijke, als vanouds opgevoed uit de ARP-stroming) er dus iemand langskomt met een andere blik, benadering en dat zorgt wel weer voor wat meer relativering wellicht.

Vriendelijke groet,

Peter