vrijdag 29 mei 2009

Kirchentag (2): Fulbert Steffensky over meditatie

'Iedere dag een half uurtje bijbellezen, behalve als je het heel druk hebt, dan een heel uur'. Mooie one-liner, maar mij lukt het niet. Een gezin met kinderen is een 24-uurseconomie op zich. En dus onderschrijf ik van harte de stelling dat enige vorm van onderbreking goed zou zijn. Althans in theorie. Een moment op de dag om alles in perspectief te zetten, te herbronnen en na te denken... Ik ben er niet tegen, maar vooralsnog ben ik al zielsgelukkig als ik 10 minuten rustig onder de douche kan staan. Dat geeft mij nou een warm gevoel! Ik zou het niet willen inruilen voor een kwartier met een kaars, m'n navel of een bijbelvers. Lang leve de alledaagse spiritualiteit, zullen we maar zeggen.

Hier thuis hebben we het wel eens anders proberen te doen. Een psalm lezen na het eten, of een doorlopende lezing van een profeet. Maar het was geen succes. Zo'n tekst zonder verdere uitleg is vooral bevreemdend. Rare woorden, gewelddadige passages - ik kan daar niet zomaar over gaan zitten mijmeren. Ik wil dan grotere verbanden weten, nakijken of de vertaling wel klopt. Kortom: ik begin te theologiseren. Stil blijven lukt ook niet, ik ga praten over wat ik denk. Na een paar weken stoppen we er dus maar mee.

Op de Kirchentag was ik bij een voordracht van Fulbert Steffensky. Dat is zo'n beetje The Grand Old Man van de Kirchentag. Weduwnaar van Dorothee Sölle, geëmeriteerd hoogleraar Religionspädagogik. Het is een indrukwekkende man; mooie stem, mooie voordracht. Wat hem spannend maakt is dat hij níet hetzelfde zegt als twintig, dertig jaar geleden. Na alle krachttaal over bevrijding en politiek activisme, houdt Steffensky zijn eigen Anliegen tegen het licht en vraagt zich af hoe het nu verder moet met bijvoorbeeld zijn kleinkinderen. Je kunt het instituut kerk wel neersabelen, en vinden dat je zelf kritisch kunt denken - maar wie geeft dan de verhalen en de kennis van eeuwen door aan nieuwe generaties? Steffensky heeft het op geen enkele manier over een 'terug naar toen'. Maar de grote vraag van deze tijd is niet hoe we ons bevrijden van het gezag van de dogmatiek of de kerk. De vraag is niet waar we tegen zijn. Het gaat nu om wat ons verbindt, met de traditie, met elkaar, met de generaties. Bijbellezen, spiritualiteit, voor Steffensky hoort dat daarbij. Maar hoe doe je dat dan? In ieder geval heeft het niet de vanzelfsprekendheid die het misschien ooit had. Steffensky relativeert: spiritualiteit is eigenlijk een veel te groot woord. Het suggereert dat je iets ervaart, dat je er iets bij zult voelen. Nou, dagelijks bijbellezen is in eerste instantie vooral saai - en het zal je niet direct iets opleveren. Maar de kracht ligt in een eindeloos volgehouden regelmaat. Het moet niet iets zijn waar je voor kiest, want dat is vaak te veel gevraagd. Je moet niet lezen als je er aan toe bent, maar gewoon iedere dag op hetzelfde moment. Dus niet kritisch denken, in gesprek zijn, iets vinden, iets voelen, maar je mond houden en lezen. Je moet de bijbel maar beschouwen als een gast, zegt Steffensky. Die is ook niet altijd welkom, maar toch reserveer je tijd voor een gast, laat je hem uitpraten en blijf je beleefd. Bij bijbellezen gaat om Ausdauer en nergens anders om. Lekker duitse manier van doen. En met gastvrijheid heeft Steffensky denk ik ook niet het doe-maar-of-je-thuis-bent gevoel voor ogen, maar de echte duitse Gastfreundschaft. Waarover later meer.


Geen opmerkingen: