woensdag 13 juli 2011

Shouf, shouf, habibi


Op 10 juli preekte ik in de Oude of Sint Nikolaaskerk in Amsterdam, de oudste en mooiste kerk van de stad. Een preek over identiteitsvragen als: wie zijn wij? waar komen wij vandaan? wat is het waard om voor te leven? En een preek over versieren en versierd worden: shouf, shouf, habibi.

Preek gehouden op 10 juli 2011 in de Oude Kerk te Amsterdam
Schriftlezingen: Jesaja 55:6-13 en Mattheus 13:1-9, 18-23
Gezongen werd onder meer: TT1, Ps 65, Ps 98, TT 120, Gz 479
Thema: Shouf, shouf, habibi!


Gemeente van onze Heer Jezus Christus,

De profeet Jesaja spreekt tot de joodse gemeenschap in Babylon: Keer terug naar de Ene, naar onze God. De concrete achtergrond van die oproep is meer politiek dan religieus – voor zover je die twee ooit kan scheiden.

Zeventig jaar voordien heeft er een oorlog gewoed tussen het wereldrijk Babylonië - het huidige Iraq – en het kleine Judea. Jeruzalem werd verwoest en de joodse elite werd gedwongen om als balling in Babylon te gaan wonen. By the rivers of Babylon, there we sat down. Het was een strategie van de Babyloniërs om politieke leiders, geestelijken, militairen en techneuten weg te snijden uit een overwonnen volk. Dan is zo’n volk onthoofd en komt het niet makkelijk in opstand. Bovendien profiteert je eigen economie van het talent dat je importeert.

Zeventig jaar na die deportatie zijn de geo-politieke verhoudingen gewijzigd. Er is nieuwe vrijheid en wie in Babylon woont, staat voor een keuze: blijven of terugkeren naar Jeruzalem? Dat laatste ligt niet zo voor de hand. Zeventig jaar is lang. Het is het gat tussen de studentengeneratie van nu en de elite uit de meidagen van 1940. Dirk de Geer. Koningin Wilhelmina. Wie Jeruzalem nog zelf heeft meegemaakt is al lang gestorven. We hebben het nu over hun achterkleinkinderen: goed geïntegreerde en goed opgeleide burgers van de wereldstad Babylon. Een groepje gedrevenen is bezig met een krankzinnig project: reconstructie van Jeruzalem. Een stad die al niet zoveel voorstelde – en die zeventig jaar in puin heeft gelegen. Het is in onze termen een groot dorp in de derdewereld. En of maar zoveel mogelijk jonge, hoogopgeleide mensen willen meedoen. Jesaja is de propaganda van het wederopbouw-programma. Keer terug naar de Ene, naar onze God. Kom naar Jeruzalem. In vreugde zul je wegtrekken, in vrede worden voortgeleid.

- ,,Ja, maar er is daar niks. Het is een achterlijk en arm gebied.’’

- ,,In plaats van een doornbos zal een cipres opschieten, in plaats van distels mirtebomen. Kom. Keer terug.’’

Keer terug naar de Ene, naar onze God. Religie is het belangrijkste vehikel om mensen in beweging te krijgen. Kom! Er is iets dat de moeite meer dan waard is. Iets overstijgends. De periode van de ballingschap en net daarna is dé dragende ervaring van het Oude Testament geworden. Dat komt omdat de vragen van die tijd ook boven de feitelijke situatie uit belangrijk zijn. Wie zijn wij eigenlijk? Waar komen wij vandaan? Wat is het waard om voor te leven? Wat moet ik kiezen? Het zijn vragen naar identiteit die rond de ballingschap zijn opgekomen en die nog steeds gelezen worden. Juist misschien wel vanwege die belofte van iets meer dan alleen maar geld en goed.
God zelf heeft zich verbonden met dit project. Jeruzalem wordt een contrastgemeenschap. Een plek waar gezorgd wordt voor de weduwe, de wees en de vreemdeling; waar het niet gaat om de economische rat-race, maar waar iets gezamenlijks neergezet kan worden. Dit is het moment. Zoekt de Ene terwijl hij zich laat vinden. Roept de Ene aan terwijl hij nabij is! Nu kan het.
Profeten zijn bevlogen sprekers. Ze halen alles uit de kast. Het gaat er bij profeten niet om of het uitkomt, maar of het aankomt! Soms wordt er gedreigd: als je niet… dan… Maar nu wordt er verleid. Keer terug, kom. Ook als je eerder niet deugde, God vergeeft. Dit is je tweede kans. We hebben iedereen nodig. Er wordt gebluft: Mijn woord dat wegtrekt uit mijn mondkeer niet ledig tot mij terug, - dan nadat het gedaan heeft wat mij behaagt en heeft doen lukken waarvoor ik het uitzond. Je gaat toch wel doen wat ik zeg. Ik weet al dat je voor me gaat vallen, dus kom nou maar. We hebben het hier wel over een mediterrane minnaar…

In 2004 draaide de film Shouf Shouf Habibi. Een komedie over een Marokkaanse familie in Nederland, met hoofdrollen voor Mimoun Oaïssa en Najib Amhali. De ene zoon integreert bijzonder goed en werkt bij de politie. De ander is crimineel. Natuurlijk brengen ze elkaar voortdurend in de problemen. De film is met liefde en dikke knipogen gemaakt en werd een succes. Shouf Shouf Habibi betekent letterlijk: Schatje, draai je eens om, Schatje, keer eens om, kijk eens naar mij… Op de tramhalte hoor je het de jongens roepen naar mooie meisjes. Shouf Shouf, Habibi. Amsterdamse straattaal heeft tegenwoordig – opnieuw – bijbelse lading. Arabisch en Hebreeuws zijn verwant. Shouf is ook het woord van de profeten. Draai je eens om, keer eens om. Shouf. Keer terug. Keer terug uit Babylon en ga weer in Sion wonen. Maar ook: keer terug naar het rechte pad, keer terug naar de Ene. Zelfs: bekeer je. Allemaal shouf! – al die betekenissen liggen boven op elkaar. Shouf, shouf, een woord om te sjansen en een theologisch Stichwort en die twee liggen dichter bij elkaar dan je zou denken. Bekeer je – shouf! – draai eens om – shouf! – ah, kom nou met me mee – shouf!

***

De woorden van Jezus in zijn bootje net voor de kust – een dobberende preekstoel – klinken in eerste instantie heel anders. Het gaat over een zaaier en zijn zaaigoed. Niet alles komt even goed terecht: een deel langs de kant van de weg; een deel op steenachtige ondergrond, een deel tussen de distels en ook een deel in goede aarde. De zaaier en zijn zaaigoed zullen ongetwijfeld Jezus en zijn boodschap zijn. Bij de één komt dat verhaal over en bij de ander niet. Dat is voor de gelovige een raadsel en een verdriet. Waarom haken mensen af? Waarom zijn er niet meer die dit aan het hart gaat? Mijn eerste indruk is dat de gelijkenis vooral een pastoraal karakter heeft. Er wordt mee uitgelegd dat dat nu eenmaal zo is. Het is geen gelijkenis die je een keuzemogelijkheid voorhoudt. De portee is niet: wees een betere zaaier en let beter op waar je je zaaigoed uitstrooit. Nog daarvan afgezien dat Hijzelf die zaaier wel zal zijn… al zou je het zelf zijn: je weet niet van tevoren welk korreltje opgepikt wordt door een vogel en onder welk korreltje de bodem stenig is. Breed uitzaaien is het devies. Er staat ook niet: wees beter zaad. Je bepaalt nou eenmaal niet zelf waar je valt. Ik lees het vooral als bemoediging, opwekking, troost: verlies de moed niet. Zo gaat dat nu eenmaal.

Het Koninkrijk der Hemelen – het hemelse Jeruzalem – is aangebroken in Jezus. Sommigen horen dat, maar verstaan het niet. Het komt niet binnen. De vogels eten het op. Sommigen horen wel, maar het blijft oppervlakkige kennis. Zaad op de stenen, dat geen wortel schiet. Sommigen horen wel, maar worden afgeleid door hun zorgen of door hun bezittingen. De ontkerkelijking verklaard. Een ander deel viel in goede aarde… In de Nieuwe Bijbelvertaling is de secularisatie al verder voortgeschreden. Daar staat: “Maar er viel ook wat zaad in goede grond…” Wat zaad. Heel veel is het niet. Ach, als Studentenpredikant vind ik het wel een troostrijke gelijkenis. Honderdduizend studenten telt deze stad. Hoeveel doen er iets met geloof of met kerk? Niet zoveel. Ik doe mijn best om cursussen en debatten onder de aandacht te brengen. Gay Pride Kerkdienst, Preek van de Leek. Zet het op facebook. Maak een leuke flyer. Een flyer ging uit om te flyeren. Nou driekwart leest hem niet. Of stopt hem in zijn binnenzak. Of heeft iets leukers op de bewuste avond of moet juist hard studeren. Gelukkig valt er ook nog wat zaad in goede grond. En wie je dan binnenkrijgt! Dat is dan ook echt geweldig en ongelofelijk vruchtbaar. Daar doe je het allemaal voor…

De uitleg van de gelijkenis past zo naadloos en voelt zo comfortabel dat er een klein rood lampje gaat branden. Is de identificatie niet te snel gemaakt? De kerk als zaaier. De kerkganger als zaad in goede aarde. De seculiere buitenwereld als zaad op de rotsen. Het is wel erg status-quo-erig. Het is goed zoals het is. Ik mis het prikkelende, scherpe en flirterige van de profeet. Waar is de shouf?Ik lees nog eens. Misschien hebben de missionaire actierondes en modellen mijn blik vertroebeld. Er staat niet: de kerk is als een zaaier, de kerkganger is de oogst. Er staat wie het gegeven is de geheimenissen van het Koninkrijk der hemelen te kennen, is de oogst.

Het Koninkrijk der hemelen dat er is voor de armen van geest. Zalig de armen van geest want hunner is het Koninkrijk der hemelen; dat er is voor de vervolgden omwille van de gerechtigheid.
De contrastgemeenschap bij uitstek, een gemeenschap van broeders en zusters, waar heren en slaven naast elkaar zitten, mannen en vrouwen, homo’s en hetero’s, joden en grieken, moslims en christenen. Jeruzalem in opbouw. Van toen aan begon Jezus te prediken en te zeggen: Bekeert u, want het Koninkrijk der hemelen is nabijgekomen (Matt. 4:17). Bekeer je… of moeten we zeggen: keer je eens om; laat je eens zien, laat eens zien wie je bent, want het Koninkrijk der hemelen is nabijgekomen. Zalig zij die het woord van het Koninkrijk horen en het verstaan.

Het agrarische karakter van de gelijkenis heeft me op het verkeerde been gezet. Het is niet zomaar zaaigoed dat daar groeit. Het zijn mensen. Dat maakt het beweeglijker dan je in eerste instantie zou denken. Het woord van het Koninkrijk horen en verstaan is ommekeer. Ommekeer is vruchtdragen, verschil uitmaken, ertoe doen. Wie ben jij eigenlijk? Waar kom jij vandaan? Wat is het waard om voor te leven?

In vreugde zul je wegtrekken in vrede worden voortgeleid. Weg uit je oude bestaan op weg naar het Koninkrijk der hemelen – Jeruzalem nieuw. Het is de stad van de wederopbouw, van de piramides op zijn kop, van de bruidegom en zijn bruid. De stad van het feest. Shouf, Shouf, Habibi… Keer je om, keer je om, liefje. Hij roept je. Hij versiert je. Je bent zijn lieveling. Keer je om, keer je eens om! Christus is onze liefste medemens, onze habibti. Hij keert zich naar ons om, steeds opnieuw want dé ommekeer ligt achter ons. Dus vieren we een bruiloftsfeest met brood en wijn en laten we die rondgaan totdat Hij komt.

In de Naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. Amen.


Geen opmerkingen: