woensdag 19 augustus 2009

Een oude liefde in de bibliotheek

De nieuwe centrale bibliotheek in Amsterdam heeft mijn hart gestolen: wat een wereldplek! Strakke architectuur, moderne computers all-over, zitjes, doorkijkjes, mooie mensen. Alle etages zijn eigenlijk geweldig, maar de geheime tip is de kinderafdeling. Het plafond is 20 meter hoog en er staan leunstoelen die zo groot zijn, dat je vanzelf klein wordt als je gaat zitten. Vanuit de hal klinkt pianomuziek. Wie enig talent heeft mag spelen, staat op een bordje. Het conservatorium is het naastgelegen gebouw. In de tijdschriftenhoek ontdek ik een oude liefde: het periodiek In de Waagschaal.

In de Waagschaal is in 1945 opgericht door K.H. Miskotte als tijdschrift voor theologie, cultuur en politiek. Het verschijnt nog steeds in een oplage van een paar honderd exemplaren. Het blad ademt van a tot z de geest van de hervormde midden-orthodoxie, voor zover die nog bestaat. Het is de wat brave, academische, niet al te opstandige variant van de Barthiaanse theologie. In meerdere opzichten is het tijdschrift grijs. Er staan geen foto's in, er wordt niet gelay-out en ook niet geredigeerd, de redactie - die het blad ook vult - bestaat grotendeels uit geëmeriteerde predikanten en zelfs de coverkleur is grijs. Op een niet-interactieve website kunnen de nummers een halfjaar na verschijnen integraal gelezen worden. Voor verlies aan actualiteitswaarde is dat halve jaar geen probleem. Artikelen als 'Het apostolicum' of 'Barth en de joden' zouden net zo goed met een vertragingsfactor van een halve eeuw online gezet kunnen zijn. Maar het zijn stuk voor stuk uitmuntende theologen die in het blad schrijven en een tijdlang had ik een abonnement. Dat sneuvelde na een bezuinigingsronde op tijdschriften die te vaak ongelezen bleven - en een verloren weddenschap: 'goed, als in één van de volgende drie nummers een gedicht staat dat niet van Ida Gerhardt of Gerrit Achterberg is, - of nee: als zelfs maar de naam valt van een dichter geboren ná 1950, houden we het nog een jaar'.

Het aantreffen van een maagdelijke jaargang In de Waagschaal in die hypermoderne Amsterdamse bibliotheek is een vorm van surrealisme. Waarom ligt dat stapeltje hier? Ik kan me niet voorstellen dat er iemand anders is dan ik die het zal beroeren. Behoedzaam neem ik de schriftjes mee naar mijn favoriete deel van de kinderafdeling - op deze avond verder uitgestorven - vlak bij de metershoge Krullevaar uit Annie M.G. Schmidts Pluk van de Petteflet. Al snel ben ik enthousiast. Hip is het blad niet geworden. Interviews, foto's, leads, intro's, vrouwelijke auteurs - het gaat toch al jaren goed zonder al die dingen? Maar er zijn wel een paar nieuwe redacteuren. Wouter Klouwen, Coen Constandse, Udo Doedens - generatiegenoten, vrienden, slimme jongens. Er zijn oude hoogleraren - Rochus Zuurmond, Karel Deurloo, Maarten den Dulk - en leuke exegetische heen-en-weertjes. Natuurlijk worden in driekwart van de stukken stokpaardjes bereden, is het veelal hopeloos lang en omslachtig, maar toch: In de Waagschaal stelt kritische vragen bij moderne theologische vanzelfsprekendheden (de kerk moet proberen te groeien, wij moeten proberen goede mensen te zijn) die je in geen enkel ander blad zult aantreffen. Ik weet niet goed of deze constatering mijn kritiek op het blad verzacht of juist versterkt. In ieder geval ben ik nog niet op mijn jaargang uitgekeken als de bibliotheek gaat sluiten. Misschien moet ik me toch weer abonneren. Als ik het stapeltje heb teruggelegd en het gebouw uitloop hoor ik achter me een vreemd stemmetje: 'Prrr talieloe, ik ben een uitgestorven vogel'.

klik hier voor de online-versie van In de Waagschaal

Geen opmerkingen: