zaterdag 28 mei 2011

De boze burger en de linkse kerk

Op de VU-alumnidag sprak ik een column uit over de Boze Burger en de Linkse Kerk. De tekst van de column staat hieronder.

Ik ben geboren en getogen in een socialistisch milieu. Ik kom uit Vlissingen, stad van de haven, stad van de werf, rode stad. Op mijn scholengemeenschap begonnen de lessen ’s ochtends om 8 uur. Want de fabriek begon ook om acht uur. Of was er soms iemand die zich boven de arbeiders verheven voelde!? Als de ouders van een vriendje VVD stemden, was het beter dat je daar niet meer ging spelen. Werd er aan de deur gecollecteerd, dan moest ik eerst vragen of het iets met religie van doen had. Als dat zo was, werd er niet gegeven. Ik herinner me een juf Humanistische Vorming die ons twee foto’s voorhield. Eén van een zwart kindje en één van een wit kindje. Of er iemand was die een verschil zag tussen die twee foto’s? Wee degene die ‘ja’ zei. Er was geen verschil. Dit zijn allebei kinderen!
De taalvondst Linkse Kerk is niet zo gek bedacht. Ik kan praten over die wereld zoals sommige ex-gereformeerden over de catechese uit hun jeugd kunnen praten. Er werd een denksysteem bemiddeld, een way-of-life, een geloof zo je wil. Het VARA-project ‘Kinderen-voor-Kinderen’ was ons Kindernevendienstmateriaal. Zij zongen wat wij dachten. Luister naar de tekst van ‘Als de lichtjes doven’ uit 1984.

Donkere Zuid-Afrikaan
honger moet je lijden
mag niet naar je vader gaan
bent van hem gescheiden.

Wie dit hebben uitgedacht
komen allen samen
zingen plechtig ‘Stille Nacht’
zonder zich te schamen.

Het moge duidelijk zijn wie de schuld hadden aan alle ellende in de wereld: mensen die in een kerk zaten. Eén couplet verder:

Turk en Griek en Marokkaan,
mogen die hier blijven?
mogen die hier ook bestaan
of zal men ze verdrijven?

Nou, niet als het aan ons lag! Het was niet zomaar iets: ‘Kinderen-voor-Kinderen’. Je kreeg één keer per jaar zo’n LP en die werd helemaal grijs gedraaid. Als mijn generatie straks dementerend in het bejaardenhuis zit, herinneren we ons geen psalmen en gezangen, maar ‘Kinderen-voor-Kinderen’.

Heeft het mij nou veel kwaad gedaan, die linkse catechisatie? Nee. Het was prettig geweest als er wat meer gerelativeerd had kunnen worden. Het kernwapendebat hing niet af van hoe wij daar op het schoolplein over dachten. Maar ik heb er ook goede dingen aan overgehouden: een antenne voor recht en gerechtigheid; interesse in literatuur. Dat ik in Amsterdam kon gaan studeren werd gelabeld als een voorrecht – en ik voel me er tot op de dag van vandaag dankbaar voor.

De Linkse Zuil van mijn jeugd is er niet meer. Er zijn geen kinderen meer die ‘De Internationale’ kennen. Je kunt tegenwoordig overal openlijk erkennen dat er ook goeie VVD’ers bestaan – of dat migratie niet alleen maar vrolijk is. Linkse Kerk is een anachronisme. Wie nu nog gelooft in de Linkse Kerk, gelooft in een kerk die niet bestaat. Wie boos is op de Linkse Kerk is boos op iets van dertig jaar geleden.
Wat nu speelt, wat nu belangrijk is, de vragen en onzekerheden van nu, liggen op een ander terrein. Kijk naar wat wij meegeven aan onze kinderen. Ik pak ‘Kinderen-voor-Kinderen’ er nog eens bij. Het project bestaat nog steeds – en de liedjes gaan tegenwoordig als volgt:

Mensen staan uren in de rij om mij te zien
willen een foto met mijn naam (met mijn naam)
iedereen wil weten hoeveel ik verdien
wat lijkt me dat een fantastisch bestaan.

(refrein)
Ik wil beroemd worden
wil op tv en op de radio
beroemd worden
wil in de bladen staan
ik wil gewoon beroemd worden
niet over straat zonder dat iemand mij herkent
ik ben beroemd.

De tegenstelling van deze tijd is geen klassenstrijd, maar een Idols-verkiezing. Beroemd of niet beroemd? Aandacht of geen aandacht? Gezien of niet gezien, dat is de kwestie. Zuilen bestaan niet meer. De gereformeerde niet. De linkse niet. De liberale niet. En daarmee is ook het groepsgevoel, de binding weg. Wat rest is een strijd om de kijkcijfers, een strijd van allen tegen allen. Dat levert per definitie veel verliezers op. Verongelijktheid is niet verwonderlijk. Het ware probleem van de Boze Burger is niet het bestaan van de Linkse Kerk, maar juist het ontbreken er van.

3 opmerkingen:

Zuster Marianne zei

Nederigheid is jezelf niet vergelijken. Aan deze zin, ooit gelezen in een boek van Anselm Grün moest ik denken bij het lezen van deze column. De verzuiling had toch ook zijn voordelen. De nedrigheid, hoe ouderwets het woord ook klinkt, vraagt juist in onze moderne tijd om navolging.

L.Plug zei

'Wie nu nog gelooft in de Linkse Kerk, gelooft in een kerk die niet bestaat.' Wat een vondst! Maar misschien is deze stelling net zo onwaar als de stelling van Hendrikse :)

Universiteitsbibliotheek VU zei
Deze reactie is verwijderd door de auteur.