donderdag 8 oktober 2009

Scheppen of scheiden?

'Openingszin bijbel klopt niet' kopte dagblad Trouw vandaag. Bedoeld wordt dat de vertaling 'scheppen' van het hebreeuwse bara uit Genesis 1 niet adequaat is. 'Scheiden' is een betere vertaling. Oudtestamentica Ellen van Wolde gaat dat morgen verdedigen in haar oratie in Nijmegen. Je moet Trouw nageven dat ze weten hoe je uit het niets een relletje creeërt.

'Schepping is geen vormen maar scheiden', voor de meeste theologen een overbekende oneliner. Hij komt uit Herschepping (1934) van Oepke Noordmans, een theologische evergreen. “Schepping is geen vormen maar scheiden. In den beginne schiep God de hemel en de aarde. Dat is de eerste grote scheiding. Bij de eigenlijke scheppingsdagen herhaalt zich dat. Licht en duisternis, dag en nacht worden gescheiden. De wateren boven van de wateren beneden. De zee van het droge. Straks bij de schepping van de mens wordt Eva van Adam gescheiden.” Wie nuchter bijbelleest ontkomt niet aan die invulling. Overal waar iets 'geschapen' wordt, gebeurt dat door het maken van onderscheidingen. 'Theologie is met twee woorden spreken', leerden wij als vuistregel. Het gaat nooit om 'het universum' of 'het heelal', maar om 'de aarde onder de hemel' en de vraag wat bij het één en wat bij het ander hoort. Het gaat de bijbelschrijvers niet om de vraag: hoe is alles begonnen, maar om: hoe gaan we nu verder? Deze theologie moet in preken en artikeltjes honderdduizenden mensen bereikt hebben. Scheppen is scheiden: het is zo bekend dat Trouw columnist Jean-Jacques Suurmond in zijn column van 17 maart 2009 met een knipoog kon schrijven: scheiden is scheppen.

'Wat ik gezegd heb was niet zo nieuw allemaal', zei ik ooit tegen een bevriende emeritus die bij mij in de kerk had gezeten tijdens een preek over Genesis 1. 'Godzijdank niet', reageerde hij. Aan die relativering heb ik veel gehad. Dat de vertaling 'scheiden' niet nieuw is, pleit niet tegen van Van Wolde, maar vóór haar. En dat wetenschap zo werkt dat iets pas opgepikt wordt als het door een hoogleraar gezegd is en in een Engelstalig tijdschrift gepubliceerd, is misschien maf, maar dat valt Van Wolde verder ook niet aan te rekenen. Ik ben blij dat ze doet wat ze moet doen: zorgen dat het gaat over interpretatie van de teksten. Bovendien is ze de eerste die voorstelt het woord scheiden dan ook maar radicaal als vertaling door te voeren - en dat kon nog wel eens behulpzaam zijn.
Het woord 'bara' wordt in de bijbel spaarzaam gebruikt. God is de enige die 'baraat', maar zelfs Hij doet dat maar afentoe. In de lange lijst van Genesis 1 worden alle dingen 'gemaakt'. Alleen de grote gedrochten (1:21) en de mens (1:27) worden 'geschapen'. Ook in de standaarduitleg van de Amsterdamse school heette het altijd dat het bijzondere woord 'scheppen' bij de mens gebruikt werd om zijn bijzonder positie aan te geven, en bij de grote gedrochten/de zeewezens als ultieme relativering van hun angstaanjagende werking. Vooral dat laatste is erg speculatief en berust niet op argumenten die je aan de tekst zelf kunt ontlenen. De uitleg van Genesis 1:27 was trouwens ook al een probleem: God schiep de mens naar zijn beeld. Frans Breukelman stopte zijn uitleg bij dit vers. Hij was er nog niet uit. Wat is dan dat beeld, wat moet je daar over zeggen? Breukelman kon dat 'beeld' vanuit de tekst niet uitleggen en dus zweeg hij. Alle voorstellen van anderen (God heeft een mannelijke en een vrouwelijke kant, God kan spreken - de mens ook, mensen zijn de enige dieren die lachen, dus God lacht ook etcetera) berusten op gefantaseer. Ook lastig in de uitleg is de verspringing van enkelvoud naar meervoud in vers 27. 'Naar zijn beeld schiep hij hem, manlijk en vrouwlijk schiep hij hen'. Van Woldes voorstel om de vertaling 'scheiden' radicaal toe te passen lost een hoop op: "Laat ons mensen scheiden van ons beeld. Van Gods beeld scheidde hij hem. In manlijk en vrouwelijk scheidde hij hen."

Evolutie en Schepping kunnen rustig naast elkaar blijven bestaan. Het ene is wetenschap en het andere is theologie. Op dat vlak ontstaat wel het relletje, maar daar zit niet de theologische betekenis van dit voorstel. Ik ben de HEER, er is geen ander die het licht vormt en het donker schept, die vrede maakt en onheil schept. Ik ben het, de HEER, die al deze dingen doet (Jesaja 45:7, NBV). Als je dat vertaalt met: die het licht vorm en van het donker scheidt, die vrede maakt en van onheil scheidt, heb je echt een hele andere tekst. Kiezen tussen goed en kwaad, onderscheiden van de geesten: dat is in de hele bijbel waar het om gaat. Kies wie je dienen zult. Het maakt het voorstel van Van Wolde zeer plausibel. Het 'klopt' met de rest van de Schriften. Taalkundig geloof ik het ook wel. 'Bara' heeft in de piël de betekenis uithakken, rooien. Het arabisch bara'i betekent uitsnijden, uitknippen. Andere verwante talen neigen ook meer naar het fileermes, dan naar de grote tovertruc.

'In den beginne was het Woord', zo vertaalt Johannes Genesis 1. 'Het woord van God is levend en krachtig en scherper dan een tweesnijdend zwaard en het dringt door, zó diep, dat het vaneenscheidt ziel en geest, gewrichten en merg, en het schift overleggingen en gedachten van het hart', voegt Paulus daar aan toe (Hebr 4:12). Geloven dat God het universum gecreeërd heeft of niet, heeft geen enkele implicatie voor je handelen. Het is niet meer dan een (levens)beschouwing. We kunnen het hem moeilijk nadoen. Geloven dat God scheidt tussen hemel en aarde, tussen goed en kwaad - vraagt wel om antwoord. Gaat heen en doet evenzo.

Geen opmerkingen: